Cedral 210 classic & extra

Cedral 210 classic & extra

Cedral 210, het soepel onderdak, is een uitstekend instaponderdak. Het Cedral 210-scherm wordt vooral gekenmerkt door zijn snelle en makkelijke plaatsing en door zijn sterkte. Cedral 210 bestaat uit een geheel van 4 zeer stevige lagen die een waterdicht en ademend membraan vormen: 2 polypropyleen weefsels aan de buitenkant, een microporeuze film en een polyethyleen wapening.

Voordelen en eigenschappen

Trio classic extra Onderdak Cedral leien Sous-toiture ardoises
Voordelen en eigenschappen
  • De uiterst hoge waterdampdoorlaatbaarheid (Sd-waarde van 0,03 m) houdt de dakopbouw droog en geventileerd. Het dak kan ademen.
  • Geschikt voor hellende daken, en kan ook toegepast worden als regenscherm bij gesloten gevels (geen open voeg).
  • Hoge scheur- en nagelweerstand. Het risico op scheuring door betreden is bijgevolg uitgesloten.
  • Cedral 210 kan direct over de thermische isolatie of houten bebording gelegd worden. Een ventilatieruimte tussen Cedral 210 en de isolatie is niet nodig zodat de volledige hoogte van de kepers kan gebruikt worden voor thermische isolatie
  • Dankzij de 'extra' variant met geïntegreerde zelfklevende dubbelzijdige dichtingsbanden kan Cedral 210 het werk van de dakdekker vergemakkelijken en draagt zijn steentje bij tot de thermische isolatie van het gebouw. Het onderdak wordt volledig winddicht en zorgt voor een gesloten isolatiesysteem dat gevels en hellende daken beschermt tegen regen, wind, sneeuw, stof en vocht.

Met Cedral 210 krijg je 10 jaar garantie op de fysieke eigenschappen.

Specificaties

Specificaties

Afmetingen

Technische gegevens Norm Cedral 210
Materiaal   4 lagen: 2 polypropyleenweefsels aan de buitenkant, 1 microporeuze film, 1 polyethyleenwapening
Dikte EN 1849-2 0,7 mm
Scheurweerstand EN 12311-1
EN 13859-2
MD: 490 N/5 cm
MCD: 460 N/5 cm
Nagelweerstand EN 12310-1
EN 13859-2
MD: 500 N
MCD: 450 N
Sd waarde EN ISO 12572 0,03 m
Temperatuurweerstand   -40°C tot +80°C
Gewicht EN 1849-2 ca. 210 g/m²
Kleur   Lichtgrijs
Blootstelling aan buitenomstandigheden (UV)   Max. 4 weken als nooddak
Brandklasse EN 13501-1 E
Waterdichtheid EN 1928 W1

Rol specificaties

Kenmerken Norm Cedral 210
Lengte rol EN 1848-2 50 m
Breedte rol EN 1848-2 1,5 m
Gewicht per rol   ca. 16 kg
Aantal rollen per pallet   15

 

Plaatsing

Het soepel onderdak Cedral 210 wordt steeds op een houten draagstructuur genageld met de beeldzijde (grijze zijde) naar boven. Het onderdak wordt dwars op de kepers geplaatst (langse zijde horizontaal). De steunafstand bedraagt maximaal 1200 mm hart-op-hart gemeten. De plaatsing begint boven of onderaan het dak. Cedral 210 moet vlak en zonder plooi licht opgespannen worden tussen twee kepers. Overspanning tussen de materialen moet altijd vermeden worden. De onderzijde van het scherm mag rechtstreeks gelegd worden op thermische isolatie of op houten bebording. De minimale dakhelling bedraagt 8°. De horizontale overlap is steeds minimum 10 cm of 15 cm voor dakhellingen lager dan 17° (overlaplijnen zijn op het onderdak gedrukt).

Tengellaten van minsten 15 mm dik worden over het soepel onderdak geplaatst en bevestigd op de kepers en dit onmiddellijk na de plaatsing van het onderdak. Het aantal verticale overlappingen dient tot een minimum beperkt te worden door volledige stroken te gebruiken. De dwarse overlappingen van min. 30 mm dienen telkens te gebeuren ter hoogte van een drager. Ter plaatse van de dwarse overlappingen wordt eventueel een dichtingsband voorzien. Een tengellat wordt op de zijdelingse overlap bevestigd.

Met een dakhelling lager dan 22°, worden alle overlappingen met een daarvoor geschikte dichtingsband (tape) vastgekleefd. PVC kleefstof mag niet gebruikt worden!

De aansluiting met de goten gebeurt als volgt: het onderdak eindigt op een zinken slab boven de gootplank (overlap van min 10 cm of 15 cm voor dakhellingen lager dan 17°) of onder tot aan de buitenrand van de gootplank (niet in de dakgoot).

Bevestigingsmiddelen

  • Nagelen: automatisch of manueel nagelen met nagels met platte kop. Men kan rechtstreeks nagelen zonder voorboren. De kop van de nagel mag niet te diep in het soepel onderdak worden gedreven. De pneumatische nagelmachine wordt geregeld met een constante inslagdiepte.
  • Nieten: automatisch nieten. De rug van de niet mag niet te diep in het soepel onderdak worden gedreven. De pneumatische nietmachine wordt geregeld met een constante inslagdiepte.

Transport

  • De rollen moeten horizontaal op een rein en droog grondoppervlak geplaatst worden.
  • Ze moeten in een lokaal met een temperatuur tussen -10 en +80°C opgeslagen worden.
  • Bij opslag moet Cedral 210 beschermd worden tegen knaagdieren en tegen de zon.

Kies voor een vakkundige plaatsing van jouw dak of gevel met de Cedral Professionals

Vind een vakman in jouw buurt en vraag vrijblijvend een gedetailleerde offerte.